De Breede Beek

Gat in de stad

Een diepte, boven strak omhekt,
En in het gat de Breede Beek
Eerst volvervuild
Toen opgeschoond
Een scherf en nog een stuk
Van potten, nee, geen pannen
De bodem vol geheimen
Heeft hier een edelman gewoond?

Het oude water weet
Maar stroomt reeds in de oceaan
Kwam uit een bos en weelderige weide
Daarna ging het in stenen spoor
Voort door de vaart langs het stadhuis

Gretige watermonden
Drinken de dikke druppels
De Breede Beek stroomt altijd door…

© Henriëtte Hofman

Nijkerks trots

In Nijkerk klinkt het carillon
De mooiste toren speelt
Over de daken en de straten
En niemand die het ooit verveelt

Op de museumstoep
De deur heel even open
Bezoekers luist’ren mee terwijl
Ze een toegangskaartje kopen

Een expositie, wetenswaardigheden
En dan de bibliotheek vol boeken
Verhalen over ‘t nu en het verleden

Maar buiten klinkt het carillon
En de mooiste toren van het land 
Staat trots te stralen in de zon!

© Henriëtte Hofman
Stadsdichter Nijkerk

Met zonder jas

Zomerstart 21 juni
of als je wilt de eerste.
Zwaluwen vliegen laag 
de jongen bijna groot.
Muggen overal. 
Bloot met rode bulten.
Mensenlijven vol. 
Smeren, smeren, smeren.
Weinig water in de sloot.
De lente overdreef.
Dreef over. Regentol.
Buien, veel en meer.
Voeten drijf, 
een kledderkop. Geen paraplu. 
Lastig. Liever regen 
in je nek. Klinkt gek. 
Een mens is bijna water.
Dus regen je gezond. 
Muggenlarven gauw groot. 
Veel, vlug mug.
Blote armen, nog meer rood.
De zwaluw eet zich rond.
Boven de sloot. Haar jongen
tieren tussen paarden. 
Warme lijven.
Staartvorkjes zo klein.
Kom je buiten? 
Met me mee? 
Zomer vieren?
Nu niet binnen blijven.
Met zonder jas.
Smeren, smeren, smeren.
Zonnebrand en muggenspray.

©Henriëtte Hofman
Stadsdichter 

De dagvorstin lacht

Zonnen op stelen
Zaaddragend leven
Zuivere charme
Geelbonte pracht

Harten vol vreugde
Bloeitijd in warmte
Zomerse spiegel
De dagvorstin lacht

©Henriëtte Hofman
Stadsdichter Nijkerk